Bangkok, Medan, Jungle en chilleilandje

Na een lange vlucht die eigenlijk zo voorbij was kwamen we weer aan waar we vorige keer gestopt zijn; Bangkok. Omdat we sentimenteel wilden doen hadden we hetzelfde hotel geboekt als vorige keer, op een steenworp afstand van het drukke Khao San road vol met toeristententjes en enge beestjes die je kan eten.

Na een paar uur slaap (jetlag!) besloten we om tot rust te komen in de bioscoop, midden in een drukke mall. Self/less is een aanrader! De volgende dag wilde Olga graag een tempel bezoeken; met de speedboattaxi en een zoektocht in het drukke Chinatown bleken we de verkeerde tempel gevonden te hebben. Omdat wij altijd zo slim zijn om tijdens het heetst van de dag te gaan struinen bood het taxiritje naar de goede tempel de welkome verkoeling. Hier hebben we tussen de vele selfiesticks de gigantische Buddah bewonderd die metershoog ligt te chillen met een grijns. De rest van Bangkok bewaren we voor als Silvia en Joyce ons komen opzoeken rond de kerst; tempels hoeven we niet twee keer te zien ;)

Tijd dus om afscheid te nemen van Bangkok, onze vlucht naar Medan stond op het programma. Het leek wel of onze medepassagiers de hele markt meenamen: dozen en zakken vol met allerlei spul werd het vliegtuig ingesleept.

Met onze privé chauffeur richting het hotel werd het duidelijk dat zelf scooter of auto rijden hier niet voor ons is weggelegd; kleine kindjes op de fiets op de snelweg en zo af en toe een complete markt langs de rand kan allemaal, als je maar zo hard mogelijk rijd en zodra je een gaatje ziet jezelf er tussen gooit met luid getoeter en af en toe groot licht. De volgende dag gingen we na een heerlijk ontbijt in een lokaal tentje op pad; wat een drukte en wat een warmte. Omdat de enige bezienswaardigheid een half uur rijden was (moskee) besloten we bij een groot hotel in het zwembad te duiken. Dit bleek de juiste keuze; heerlijk!

Omdat je onmogelijk een half jaar op je gat kan blijven liggen gingen we de volgende ochtend om half 6 (vakantie, pff) op weg naar Bukit Lawang om daar eens rond te kijken. Na nog een dodemansrit door prachtige bergen waren we om 9 uur alweer daar. Omdat iedereen in het dorp overdag om de jungle rondbanjert, was ook dit stadje rustig met toeristen. We zitten aan het prille begin van het regenseizoen, op Medan airport waren we zelfs de enige westerlingen op het hele vliegveld (rare ervaring).

Sportief als wij zijn boekten we een dagje naar de Jungle; met lange broeken, schoenen en hoge sokken stonden we braaf klaar. Hier hebben we ontdekt dat die Aziatische mannetjes echt alles kunnen op de scooter, met ons achterop gingen ze zonder problemen glibberend vol gas door de blubber weggetjes langs de vele palmolie plantages die het dorpje omringen.

De jungle was heel heet, nat en vol met allerlei beestjes en plantjes die het op ons gemunt hadden. Het was echt een wonder dat we weer in de bewoonde wereld kwamen, want wij konden geen pad ontdekken in de woeste wirwar van planten en bomen die echt overal vandaan kwamen. Gelukkig waren de apen schuw in dit deel van de jungle, van een afstand zijn ze mooi genoeg. We hebben muisjes, duizendpoten, leguanen, apen en veel muggen, kleine beestjes en bloedzuigers gezien.

We hadden gekozen voor een alternatieve trekking door een minder druk stuk jungle, echter werden we helaas niet vereerd met een bezoekje van de Orang Oetangs die hier leven. Ook is het fruitseizoen, dus komen ze minder snel af op het feeding platform; dit hebben we dus ook overgeslagen. Vannacht slapen we, na een hele dag in een busje, in een super mooi houten hutje in Tuk Tuk aan het Toba meer. Morgen gaan we eens proberen te zwemmen en misschien zelfs scootertje rijden op dit rustige eiland in het een-na grootste meer van Zuid Oost Azië.

Vanaf het moment dat we in Bangkok uit het vliegtuig stapten voelden we ons weer 'thuis'. We gaan proberen onze blog braaf bij te houden; wat lezen jullie het liefst? Vraag raak, dan hoeven we niet elke keer een heel 'en toen en toen en toen' verhaaltje op te hangen ;)

Tot de volgende blog!